Statusgevoeligheid
1000 is 1000!
Vanmorgen vroeg ik me af of ik statusgevoeliger ben geworden.
Ongeveer een jaar geleden heb ik mijn instagrampagina opnieuw aangezet om verschillende redenen. Ten eerste omdat ik wist dat het mijn bundel zou helpen. Daniel (die samen met Marscha een geweldig uitgeversduo vormt) had een keertje losjes laten vallen dat het toch jammer was dat ik geen sociale media gebruikte. En toen ik was uitgenodigd op het Antwerpse DasMagfestival waren er verschillende journalisten en schrijvers die dachten dat ik daar was om iemand te interviewen, in plaats van om zelf geinterviewd te worden over mijn pas verschenen roman 0xBlixa.
Een tweede reden waarom ik instagram opnieuw had aangezet was pecuniair. Ik was werkloos geworden. Mijn doctoraatstraject zat erop, en ik wist dat ik om niet helemaal in de vergetelheid terecht te komen, een beetje in het oog moest zien te lopen. Ik moest de hoofden van programmatoren hacken. Gelukkig kende ik er twee persoonlijk. Ik wist: ze houden van de natuur en doomscrollen in bed. Om mijn bundel een beetje zichtbaarheid te geven, moest ik zorgen dat ze tijdens dat doomscrollen mijn gezicht zagen, dan zouden ze ‘s ochtends wakker worden en denken: VINCENT! VINCENT MOET IK BOEKEN!
Ik vond het allemaal niet gemakkelijk en best cringe om mezelf zo in de markt te zetten, maar dankzij de timer (na 15 minuten krijg je een melding die zegt: goed gedaan, je hebt alweer 15 minuten alles geliket en gepost, stop nu maar, bravo, applausje voor jezelf) kon ik het volhouden.
En gelukkig werkte het. De bundel heeft het fantastisch gedaan. Ik heb er op vele plekken over mogen vertellen en uit voorgelezen, en ik zal dat nog een poosje blijven doen. Daar ben ik heel dankbaar voor, en ik doe het ook graag. Zou die bundel het zonder al die foto’s en filmpjes op sociale media ook zo goed gedaan hebben? Dat weten we niet. Dat zullen we ook niet weten. Maar ik ben er wel statusgevoeliger van geworden. En dat bevalt me niet echt. Eli Elise lacht met mijn statusgevoeligheid. Dat bevalt me dan weer wel.
Deze maand verschijnt er een erotisch kortverhaal in Extra Extra. Toen Roos van Rijswijk me daarvoor vroeg in 2020, was ik heel enthousiast. Ik haalde braafjes de deadline en diende een verhaal in van 1800 woorden over een Grieks naaktstrand waar ik in de zomer van 2016 de tijd van mijn leven had. Roos vond het een prachtig verhaal en ik was er zelf ook gelukkig mee. Alleen, het was 800 woorden te lang. Extra Extra verschijnt op papier en daardoor kunnen ze niet zomaar meer woorden toestaan. Ik ging met de schaar door het verhaal, maar het lukte me niet om het in te korten. Het verhaal verloor zijn sap. Ik stuurde Roos dat het me niet lukte en daarmee was de kous af.
Vorig jaar op het Boekenbal zag ik Roos terug. Ik schoof braaf aan in de rij bij de ingang toen ik plots mijn naam hoorde roepen. Het was Sayonara, die handig gebruik maakte van het moment om de rij wachtenden voorbij te steken en bij me te komen staan. Het was haar uiteraard gegund, het was een koude avond en in die baljurken is het toch maar fris. Ik draaide me om naar de mensen die vlak achter me stonden (in dit geval Roos), en mompelde een verontschuldiging, die dan voor de hele rij moest gelden. Roos glimlachte, en ik draaide mijn rug alweer. Maar er was iets met haar glimlach. Haar glimlach zei: jij wel. Toen besefte ik dat ik wel meer had om me voor te verontschuldigen dan het voorkruipen van Sayonara.
Ik had Roos wellicht in de problemen gebracht. Deadlines, verhalen, tijdschriften. Wellicht had ze in allerijl een nieuw verhaal moeten verzinnen, of een andere auteur aanspreken die dan holderdebolder een verhaal tevoorschijn moest toveren. Netelige situatie, en door mij veroorzaakt. Dus toen ik haar binnen opnieuw zag, excuseerde ik me nogmaals, uitgebreider nu, ook voor dat verhaal, en dat ik niet had beseft wat voor vervelende gevolgen dat misschien voor haar inhield. Roos haalde haar schouders op. Kan gebeuren, zei ze, doen we allemaal wel een keer.
Kans voorgoed verkeken dacht ik, bij Extra Extra. Tot ik begin dit jaar een bericht kreeg van Stefanie Liebreks, die de fakkel ondertussen al een poosje van Roos had overgenomen, en vroeg of ik een erotisch verhaal wilde schrijven. Het viel me meteen op dat ze hamerde op het maximum aantal woorden. 1000 is 1000! En als ik veel witregels wilde gebruiken, waren het nog minder woorden. Een pagina is een pagina en meer kreeg ik niet. En die pagina vinden jullie in Extra Extra issue 25. Nu zijn jullie wel benieuwd he?
Extra Extra n25 wordt over twee weken gelanceerd in Amsterdam: https://extraextramagazine.com/agenda/extra-extra-night-infinity-city/
Voor het verhaal over het Griekse naaktstrand - dat verscheen in de bundel ‘ik mag niet klagen’ uitgegeven door het inmiddels ter ziele gegane Passionate magazine. Maar wie weet zet ik dat hier wel een keer op. Voor de liefhebbers.


